Eurocenstrisme vs afrocentrisme debat VUZaterdag 27 juni vond het grote debat Eurocentrisme vs Afrocentrisme plaats op de Vrije Universiteit Amsterdam, op initiatief van de moedige studente Emma-Lee Amponsah en georganiseerd door New Urban Collective. Afrocentrisme is niet een label dat wij noodzakelijkerwijs voor onszelf reserveren, en wel om verschillende redenen. Maar mocht ondergetekende dergelijke terminologie toch toepassen, dan hebben we het liever over Afrikaansgecentreerdheid. Het concept Afrocentrisme zou in de jaren ’70 bedacht zijn door dr. Molefi Asante. Echter, tegenwoordig is het in de mainstream Eurocentrische wetenschap voornamelijk een scheldwoord voor alles en iedereen wat afwijkt van de Eurocentrische kijk op de geschiedenis van Afrika en haar diaspora. Als mainstream Eurocentrische geleerden de term Afrocentrisme in de mond nemen dan is het per definitie niet vleiend bedoeld: in hun ogen zijn zgn. Afrocentristen grote fantasten.

Sandew Hira en ondergetekende gingen verbaal de degens kruisen met professor Boter en dr. Flinterman. Flinterman trok voorafgaande aan het debat reeds flink van leer in Advalvas. Uit dat artikel konden wij afleiden dat hun betoog  gebaseerd zou zijn op de drogredeneringen van Lefkowitz. Eveneens viel eruit af te leiden dat Flinterman door geen enkel argument zijn mening zou gaan herzien: Flinterman zou het axioma dat Afrocentrisme pseudowetenschap is met Messiaans fanatisme gaan verdedigen.

Sandew Hira liet echter overtuigend zien dat Boter en Flinterman boter op hun hoofd hebben: zij doceren zelf geen wetenschap, maar witte suprematie. Onder meer werd glashelder dat de door hen warm aanbevolen argumenten van Lefkowitz (bekendste criticaster van het Afrocentrisme) boterzacht zijn. Zo heeft Lefkowitz een stokpaardje dat ze te pas en te onpas van stal haalt.  G.G.M. James (Stolen Legacy) zou een ongelooflijke blunder hebben begaan door te beweren dat Alexander de Verschrikkelijke de bibliotheek van Alexandrië had geplunderd en de daar aanwezige boeken aan zijn mentor Aristoteles hebben geschonken. Dat zou niet kunnen volgens Lefkowitz, omdat Alexandrië nog niet zou hebben bestaan toen Alexander de Verschrikkelijke naar Egypte kwam. De bieb zou zelfs pas na de dood van Aristoteles gebouwd zijn. Dit is het klassieke argument om de onwetenschappelijkheid van zgn. Afrocentrisme aan te tonen.

Wij toonden echter dat er op de plaats waar later Alexandrië zou verschijnen al een stad bestond met een tempel (dus had die stad waarschijnlijk ook een bibliotheek), wat inhoudt dat de hypothese van George G.M. James stand houdt: Boter en Flinterman moesten hard lachen om de ‘blunder’ van professor James, maar tijdens het debat bleek dat niet de door hen verguisde James, maar zijzelf de historische feiten niet kenden! Eveneens waren Boter en Flinterman zeer verontwaardigd dat er in Gezegend & vervloekt staat dat de geschiedenis van de Nijlvallei-beschavingen, Egypte incluis, onmiskenbaar behoort tot de geschiedenis van Zwart Afrika. Dat zou niet te bewijzen zijn. Nou, het was alsof wij water zagen branden! We hebben Boter en Flinterman er fijntjes op gewezen dat er liefst 15 à 16 categorieën van bewijs zijn waaruit blijkt dat de oude Egyptenaren inderdaad Zwarte Afrikanen waren, waaronder de melanine-dosage-test, welke exact de hoeveelheid melanine in de huid van mummies kan meten. Het bewijs is niet beperkt tot het ooggetuigenverslag van de Griek Herodotos, welke getuigenis Boter en Flinterman in navolging van de met Lefkowitz gecollaboreerd hebbende Afrikaans-Amerikaanse klassicist Frank Snowden op hun manier trachten te verdraaien.

We hebben dus laten zien dat de antieke geschiedschrijving gekoloniseerd is, maar na afloop bemerkten we dat de geschiedenisjournalistiek evenzo gekoloniseerd is. Ene Daan Nijssen, editor in chief vanCodex Historiae, heeft een verslag geschreven van het debat. Blijkbaar was hij bij een heel ander debat aanwezig. In zijn commentaar toont hij grote sympathie voor Boter en Flinterman, en de steekhoudende argumenten die wij naar voren hebben gebracht negeert hij compleet. Zo rept hij er geen woord over dat wij met concrete voorbeelden hebben aangetoond dat de door Boter en Flinterman aanbevolen literatuur (de Blois & van der Spek, Lefkowitz) witte suprematie is en geen wetenschap. Nijssen doet dat betoog af als een soort van stand-up comedy, ondanks dat Boter en Flinterman compleet verzuimd hebben om met steekhoudende tegenargumenten te komen. Ook negeert Nijssen het feit dat wij naar voren hebben gebracht dat er meerdere categorieën van bewijs zijn waaruit blijkt dat de oude Egyptenaren inderdaad Zwarte Afrikanen waren.

Daar bleef het niet bij. Op 2 juli werd Nijssen geïnterviewd in Advalvas, en maakte wederom van de gelegenheid misbruik om zijn fantasie de vrije loop te geven. Als we Nijssen goed begrijpen dan denkt hij dat we nog steeds in 1860 leven: Zwarte mensen mogen geen tegenargumenten inbrengen tegen Eurocentrisme. Doen ze dat wel, dan geeft Nijssen dat het stempel overschreeuwen. Andersom, mochten de zgn. Afrocentristen geen steekhoudende tegenargumenten hebben ingebracht, dan had Nijssen ongetwijfeld genoegzaam beweerd dat ‘de Afrocentristen’ geen argumenten hadden om zich te verdedigen. Het was wat mensen als Nijssen betreft dus bij voorbaat een loose-loose situatie. Komt het dan helemaal niet bij Nijssen op dat Boter en Flinterman gewoon met betere argumenten hadden moeten komen? Er was een moderator aanwezig die er strikt op toezag dat ieder zijn spreektijd kreeg, dus hoe zo overschreeuwen? De enige die getracht heeft te overschreeuwen is Nijssen zelf met zijn Eurocentrische journalistiek in de nasleep van het debat. Nijssen en zijn collega’s kwamen naar het debat om getuige te zijn van een intellectuele lynchpartij: de publiek executie van het Afrocentrisme. Dat pakte echter anders uit, zie hier Nijssens teleurstelling.

 

Auteur: DJEHUTI-ANKH-KHERU