Bij de nationale intocht van Sinterklaas in Maassluis zijn op zaterdag 12 november 2016 198 mensen onrechtmatig gearresteerd, mishandeld en ingesloten en “tegengehouden” door de politie in het centrum in Rotterdam. Burgemeester Aboutaleb van Rotterdam heeft door middel van een demonstratieverbod de grondrechten van honderden burgers geschonden. Dit is een schande voor een land dat zegt de vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel te dragen. Het verbod is onrechtmatig en wordt door KOZP aangevochten.

Foto: bezwaar tegen noodbevel Aboutaleb / gemeente Rotterdam hoorzitting, foto door: Lassy

Foto: bezwaar tegen noodbevel Aboutaleb / gemeente Rotterdam hoorzitting, foto door: Lassy

KOZP heeft bezwaar gemaakt tegen het demonstratieverbod én het noodbevel dat door de burgemeester is uitgevaardigd. Op vrijdag 16 juni om 09.30 vond er een hoorzitting plaats omtrent het bezwaar tegen het demonstratieverbod in het Stadhuis van Rotterdam. Dit is de tekst van de pleitnota van advocaat Wil Eikelboom namens KOZP:

 

Geachte Voorzitter, geachte leden van de Commissie,

 

 

  1. Vijf weken geleden verwelkomde ik, zoals veel andere burgemeesters, Sinterklaas in ons Honderdduizenden kinderen kijken met plezier terug op de intocht, ook in Maassluis en Rotterdam”, aldus burgemeester Aboutaleb – verweerder, in een op 15 december 2016 in NRC Handelsblad geplaatst opinieartikel van zijn hand.
  2. Tegenover die kinderen (en volwassenen) die met plezier op de intocht terugkeken staan de honderdduizenden, en waarschijnlijk meer, die geen plezier beleven aan het Sinterklaasfeest in de huidige Kinderen die worden buitengesloten. Ouders die hun kinderen niet willen blootstellen aan misschien wel de meest openlijke manifestatie van sluimerend racisme in de Nederlandse samenleving: de figuur van “Zwarte Piet”.
  3. De bewustwording in Nederland van het problematische karakter van een racistisch stereotype als onderdeel van een jaarlijks kinderfeest gaat langzaam, maar In 2011 stonden Jerry Afriyie en Quinsy Gario nog met zijn tweeën met een t-shirt bij de intocht in Dordrecht, tot verwondering van de meeste witte Nederlanders. Inmiddels kan de kwestie niemand meer ontgaan zijn. De beweging voor een inclusief Sinterklaasfeest, dus een kinderfeest voor álle kinderen, groeit met de dag. Verandering is in de lucht.
  4. Maar wat helaas niet verandert, is de reactie van de autoriteiten op manifestaties van deze Afriyie is aangehouden in 2011 in Dordrecht, in 2014 in Gouda en in 2016, dus, in Rotterdam. De groep die met hem is aangehouden groeit jaar na jaar. De maatregelen worden steeds strenger. In Gouda was sprake van beperkingen, in Rotterdam van een algeheel verbod. De repressie groeit.
  5. Gelet op het citaat waarmee ik dit betoog begon, is de burgemeester persoonlijk enthousiast over Zwarte Dat mag, dat is zijn goed recht. De gemeente Rotterdam maakt dan ook ieder jaar weer de weg vrij voor een uitgebreide intocht en optocht van Sinterklaas met tientallen Zwarte Pieten, verwelkomd door de burgemeester zelve.
  1. Maar van een burgemeester, en zeker van de burgemeester van de meest multiculturele stad van Nederland, mag en moet verwacht worden dat hij óók ruimte geeft aan dat andere, groeiende geluid, van mensen zoals Afriyie en Esajas, maar ook van de toehoorders hier in de zaal, en velen met hen, dat Sinterklaas op deze manier niet kán. Ook die mensen moeten de ruimte krijgen om hun mening kenbaar te En hoewel de strijd tegen Zwarte Piet het hele jaar doorgaat, is de dag van de Intocht daarbij het “hoogtepunt”. Als je een statement wilt maken, dan moet je het dán doen.
  2. Afriyie en Esajas hebben dat moment dan ook gekozen voor een Zoals vooraf uitgebreid is aangekondigd op diverse publieke media, zouden zij met een groep naar Maassluis gaan om daar hun mening kenbaar te maken tijdens de “Landelijke”, op de televisie uitgezonden, intocht. Er kan geen misverstand over bestaan dat dit van meet af aan het plan was, en hoewel wij geen inzage hebben in de geheime stukken ga ik ervan uit dat die dat bevestigen, of tenminste niet ontkrachten. Van enige misleiding van de zijde van bezwaarmakers, zoals de burgemeester meermaals publiekelijk heeft verkondigd, is geen enkele sprake geweest. De groep was op weg naar Maassluis.
  3. Dat er in Maassluis geen kennisgeving is gedaan, is het resultaat van de dure lessen uit het verleden: kennisgeving doen is worden weggestopt op een locatie achteraf, waar zinvolle (want: zichtbare) meningsuiting onmogelijk is en het demonstratierecht feitelijk Dit zijn voor bezwaarmakers moverende reden. Wat daar ook van zij: het valt buiten het bestek van deze procedure, want in Maassluis is de groep zoals u weet niet aangekomen – althans, dat zijn ze wel maar per politiebus na te zijn gearresteerd voor overtreding van het besluit dat thans voorligt.
  4. Het demonstratierecht is een fundamenteel grondrecht in een democratische rechtsstaat; verankerd in de Grondwet en in het Het recht is niet onbeperkt, maar het bestuur moet keihard zijn best doen om het grondrecht te beschermen, en enige beperkingen moeten zo min mogelijk worden toegepast. Waar niet aan beperkingen kan worden ontkomen, dienen deze in een democratische samenleving noodzakelijk te zijn en dus proportioneel.
  5. De burgemeester heeft in dit geval gekozen voor de meest vergaande beperking, te weten: het algehele verbod. Een grondrechtelijk paardenmiddel, waarvan de toepassing dient te worden getoetst op de strengst mogelijke Het is aan uw Commissie om dit te doen. Wanneer een overheid wegkomt met een algeheel demonstratieverbod zonder dat hij kan aantonen dat dat werkelijk de énige manier was om het legitieme belang van de samenleving te beschermen, is dat een ernstige deuk voor de rechtsstaat. Er staat hier dus veel op het spel.
  6. De gemachtigde van de burgemeester heeft een aantal zogenoemde “zwaarwegende omstandigheden” opgesomd die het demonstratieverbod zouden Een aantal daarvan lijkt te zijn gebaseerd op de geheime stukken. Ik wil hierbij nogmaals bezwaar aantekenen tegen het gebruik daarvan in deze procedure, nu onvoldoende is gemotiveerd waarom die stukken niet kunnen worden gedeeld, en er onvoldoende compensatie heeft plaatsgevonden door, bijvoorbeeld, het openbaar maken van bepaalde onderdelen van die stukken.
  7. De aangevoerde omstandigheden vallen uiteen in omstandigheden die, ten eerste, zien op informatie over een bepaald “dreigingsbeeld”, zoals dat zou oprijzen uit “informatie bij de politie”, “signalen” en een ambtsbericht; ten tweede gaat het om omstandigheden die samenhangen met het ontbreken van een kennisgeving, te weten onduidelijkheid omtrent de aard en locatie van de demonstratie, het ontbreken van een organisator en het ontbreken van voldoende voorbereidingstijd; en ten derde de samenloop met een intocht in Rotterdam, waar veel kinderen op af komen, alsmede de intocht in Maassluis, dat onder dezelfde politie-eenheid.
  8. Geen van deze omstandigheden, konden het paardenmiddel van het demonstratieverbod In dat verband wil ik graag het volgende opmerken.
  9. Ten eerste: het zogenaamde “dreigingsbeeld”. Er zou sprake zijn van mogelijke extreem- linkse en extreemrechtse demonstranten die zich zouden mengen in een Of dat beeld terecht was kan zonder toegang tot die stukken moeilijk worden beoordeeld, maar wel kan worden vastgesteld dat het beeld, blijkens de stukken, slechts zag op Maassluis en niet op Rotterdam. Verhoogde dreiging in Maassluis kan nooit een demonstratieverbod in Rotterdam rechtvaardigen. Het is in die zin opvallend dat de burgemeester van Maassluis, die toch over dezelfde informatie moet hebben beschikt, heeft gekozen voor een veel minder vergaande inperking van het demonstratierecht. En voorts moet worden gezegd dat de intocht in Maassluis zonder wanordelijkheden is verlopen, en dat in elk geval de “extreem-linkse demonstranten” (bezwaarden gaan ervan uit dat zijzelf daar niet toe worden gerekend) niet zijn komen opdagen.
  10. Dan het ontbreken van een kennisgeving en de daarmee samenhangende onzekerheid bij de burgemeester over het hoe en wat van een eventueel Het lijdt geen twijfel dat een tijdige kennisgeving handig is voor het bestuur, en daarom wordt die in beginsel ook door de Wom vereist. Maar het is vaste jurisprudentie dat het ontbreken van een kennisgeving niet op zichzelf reden kan zijn om de demonstratievrijheid in te perken. Dat betekent dan ook dat de gevolgen van een ontbrekende kennisgeving, zoals onduidelijkheid over de aard, omvang en locatie van de demonstratie, evenmin op zichzelf reden kunnen zijn voor een beperking. Er moet dan sprake zijn van een situatie waarin de openbare orde niet meer kan worden gegarandeerd zonder de afgekondigde beperkingen.
  1. De burgemeester verwijst in dit verband naar het feit dat er een intocht was met veel kinderen, dat de stad op zaterdag sowieso drukker is, en dat er politie-capaciteit nodig was in
  2. Bezwaarmakers menen dat die omstandigheden op geen enkele wijze deugdelijk kunnen onderbouwen dat hun demonstratierecht rechtmatig kon worden beperkt – laat staan dat de demonstratie geheel verboden mocht
  3. Ten eerste de  intocht in Onder  de vijfduizend bezoekers daarvan zullen inderdaad flink wat kinderen zijn geweest. Maar er was geen enkele reden om aan te nemen dat er een noodzaak zou zijn tot politie-inzet. Demonstraties tegen Zwarte Piet zijn nooit gewelddadig geweest. Er is ook geen precedent van enige ordeverstoring door een tegendemonstratie of door een ‘hostile audience’. Het enige geweld dat heeft plaatsgevonden in het kader van de protesten waarbij bezwaarmakers zijn betrokken door de jaren heen was het gevolg van politie-optreden, dat achteraf keer op keer disproportioneel is bevonden. Kinderen zijn nog nooit in de knel geraakt.
  4. En al zou er wel reden zijn tot zorg, dan is het de taak van de overheid om de vreedzame betoging te beschermen tegen eventueel vijandig publiek of tegendemonstraties, niet om deze te
  5. Er is geen reden om aan te nemen dat het Rotterdamse politiekorps, dat een huldiging van Feyenoord met 000 mensen (waaronder ook veel kinderen!) in goede banen kan leiden, niet datzelfde kan doen met een demonstratie van 200 mensen, ook wanneer die demonstratie spontaan is. Dat er onvoldoende capaciteit zou zijn voor zowel de intocht in Maassluis als die in Rotterdam is niet aannemelijk, en overigens door de burgemeester ook niet onderbouwd met enig cijfermateriaal. En tenslotte, de feiten spreken voor zich: 197 mensen zijn gearresteerd en afgevoerd. Zelfs de kleine demonstratie die door het net glipte werd spoedig afgebroken. De enige openbare ordeverstoring die er was, en de geschiedenis heeft zich dus weer herhaald, ving aan met het politie-optreden ter handhaving van het voorliggende besluit.
  6. Een burgemeester is niet altijd te Het is duidelijk dat de burgemeester van Rotterdam zich, aan de vooravond van de intocht, met een zeker dilemma geconfronteerd zag. Er was geen kennisgeving, maar er waren wel bussen gehuurd naar Rotterdam. De vraag die hier voorligt is: kon hij niet anders dan het demonstratieverbod inzetten?
  7. Dit is de kwestie van de proportionaliteit van de Het demonstratierecht kan op diverse manieren worden beperkt en het algehele verbod is daarvan de meest vergaande. Op de burgemeester rust de plicht om te onderzoeken of minder beperkende maatregelen ook het gewenste doel bereiken. Het lijkt er niet op dat hij dat heeft gedaan.
  8. Wat had de burgemeester dan kunnen doen? Ten eerste: hij had de telefoon kunnen Hij had KOZP kunnen bellen – het nummer was bekend en werd gewoon opgenomen als de politie belde. Er is regelmatig contact geweest, immers. De burgemeester had dan kunnen vragen wat de plannen waren, en dan was aan hem bevestigd dat de groep in Rotterdam alleen mensen zou oppikken om dan door te reizen naar Maassluis. Opgelost, en verder de verantwoordelijkheid voor zijn ambtsgenoot in Maassluis.
  9. De burgemeester had ook, als hij er toch niet op gerust was, een kleine herverdeling van de politie-inzet tussen Maassluis en Rotterdam kunnen Hij had er tevreden mee kunnen zijn dat KOZP Rotterdam zou hebben gekozen (wat dus in feite niet zo was), omdat daarmee de voor- en tegenstanders van Zwarte Piet in verschillende steden zouden demonstreren.
  10. Als hij dat nog niet voldoende had gevonden, had hij zones kunnen aanwijzen waarbinnen zou mogen worden Daar was voldoende tijd voor. Of die zones acceptabel zouden zijn in het licht van de demonstratievrijheid zou dan weer voorwerp kunnen worden van discussie, maar het feit is dat de burgemeester meteen heeft gekozen voor het zwaarste middel: dat van het verbod. Hij heeft daarmee niet de proportionaliteit in acht genomen.
  11. Immers, een dergelijk zwaar middel mag alleen worden ingezet als er concrete vrees is voor wanordelijkheden en de inzet van gewone middelen niet voldoende zou zijn om de orde te Van een dergelijke situatie van ‘bestuurlijke overmacht’, of zelfs maar gerechtvaardigde vrees voor zo’n situatie, is geen moment sprake geweest.
  12. Ik wil nog opmerken dat het de burgemeester vrij stond – nee, dat hij zelfs de verplichting had om gedurende de dag te monitoren of het verbod nog wel proportioneel Toen bleek dat de groep slechts op doorreis was naar Maassluis, had de burgemeester onmiddellijk het verbod kunnen opheffen, waardoor er geen reden meer was om de groep op te houden. Toen de groep aangaf dan maar – spontaan – in Rotterdam te willen demonstreren, had de burgemeester moeten evalueren of, mede gelet op de verhouding demonstranten en politie en de afwezigheid van enige tegendemonstranten, een demonstratie toch niet kon worden toegelaten zonder dat die onherroepelijk zou leiden tot ernstige ordeverstoringen. Dat alles heeft de burgemeester ten onrechte nagelaten. Hij heeft het verbod afgekondigd en er zonder meer aan vastgehouden. Ook dat is in strijd met het proportionaliteitsvereiste.
  13. Misschien waren er andere De burgemeester is enthousiast over het Sinterklaasfeest in de huidige vorm, ik noemde het net al. De burgemeester was duidelijk gefrustreerd over het feit dat KOZP geen kennisgeving had gedaan. Die frustratie druipt nog van het opinie-artikel in NRC, waarin de burgemeester KOZP zelfs beticht van “dubieuze praktijken”. Of misschien dacht de burgemeester zijn ambtsgenoot uit Maassluis, en zijn eigen politiemensen, een handje te helpen door de demonstranten in Rotterdam net zo lang vast te houden totdat het geen zin meer had om naar Maassluis te gaan. Het behoeft geen nader betoog dat geen van die motieven als grondslag kunnen dienen voor de onderhavige inperking van het grondwettelijk recht om te demonstreren.

 

 

 

  1. In het verweerschrift verwijst de gemachtigde van de burgemeester naar een aantal uitspraken van Voorzieningenrechters waarin beperkingen aan demonstraties zijn In al die gevallen ging het om beperkingen. In geen van de gevallen om een verbod. Er is mij geen geval bekend, en de burgemeester kennelijk ook niet, waarin een algeheel demonstratieverbod is toegestaan. Terecht – en bezwaarmakers en alle mensen hier in de zaal vertrouwen erop dat uw Commissie ervoor zorgt dat dit niet de eerste keer zal zijn. U kunt zich daarbij laten leiden door de jurisprudentie van het EHRM over demonstratieverboden. Dat zijn meestal zaken tegen landen als Rusland, Azerbeidzjan, Turkije. Landen waar het demonstratierecht regelmatig met voeten wordt getreden. In Nederland komt het vooralsnog niet zo vaak voor, gelukkig. Wel is er een precedent uit 2002, toen de toenmalige burgemeester van deze stad een demonstratie verbood onder verwijzing naar het EK Voetbal dat hier toen plaatsvond, met de benodigde politie-inzet

als gevolg. Het verbod kon volgens de rechter niet door de beugel.1

 

  1. Een ander aspect van dit demonstratieverbod maakt het nog minder De burgemeester heeft niet zomaar demonstraties verboden, maar demonstraties in verband met Zwarte Piet. Andere demonstraties, ook spontane, zouden niet onder het verbod vallen. Dit is in strijd met het censuurverbod, dat inmenging in de inhoud van een meningsuiting streng verbiedt. Het geeft misschien ook een inkijkje in de onderliggende motieven van dit verbod. Maar bovenal ondergraaft het de stellingen van de burgemeester dat er onvoldoende politie-capaciteit zou zijn, dat er teveel kinderen in de stad waren, etcetera. Want als je de ene demonstratie in goede banen kunt leiden, dan kun je dat ook met de andere.

 

  1. Zwarte Piet is racisme en dient zo snel mogelijk te worden afgeschaft; dat ten eerste. Niet iedereen hoeft het daarmee eens te zijn, maar het recht om die mening te verkondigen dient te allen tijde te worden beschermd. Dat recht geldt des te sterker op de dag van de intocht. Zoals vakbondsleden bijeenkomen op 1 mei en Feyenoordsupporters na een kampioenschap, zo komen anti-Zwarte Piet activisten bijeen op de dag van de intocht om te laten zien, aan mensen én kinderen, dat de beweging tegen dat stereotype groeit, en dat er ooit een Sinterklaasfeest zal zijn voor álle kinderen. Door het bestreden besluit is dat in Rotterdam noch Maassluis niet gelukt. Ik verzoek u om te adviseren om het bezwaar gegrond te verklaren, kosten rechtens. Dank u wel.